Eindexamens

Hier houden we je op de hoogte van het laatste eindexamennieuws. Volg ons op YouTube of Tiktok.

Gids

Eindexamens

In deze gids lees jij alles wat je moet weten over de eindexamens. We geven je tips voor de voorbereiding en leggen alle regels nog eens uit.

Motivatie

Met zoveel stof in het vooruitzicht en ook nog corona-achterstanden kan het lastig zijn om motivatie te behouden. Daarom geven wij 5 tips!

1. Maak een planning

Je moet opeens héél veel leren, maar waar begin je in die grote berg? Door alle stof in stukjes te hakken, wordt die grote berg aan informatie behapbaar. Hoe je een planning maakt, lees je hieronder.

2. Zorg voor weinig afleiding

Leg alle afleidende apparaten, onnodige papieren en andere frutsels weg. Zo kom je niet in de verleiding om tussendoor je appjes te checken, te klooien met de Rubik's Cube  op de hoek van je bureau of om een poging te doen het 321e level van Candy Crush te halen. 

3. Motivatie komt niet aanwaaien

Hoe fijn het ook zou zijn dat motivatie spontaan op komt zetten: helaas is dat vaak niet het geval. Ga dus niet wachten op een moment dat je wél zin hebt om je te verdiepen in sinusoïden, want – eerlijk – gaat dat moment ooit komen? Dus huppakee, pak die planning erbij en aan de slag!

4. Maak je eigen leerplek

Of je nou naar de bieb gaat of je eigen leerhoekje hebt in huis, het kan helpen om een specifieke plek te hebben waar je elke keer leert. Zo associeer je die plek met hard werken en níet met TikTok, waardoor je veel beter in the zone komt.

5. Geef jezelf een beloning

Minstens even belangrijk als leren is je rust; onderschat dat niet! Het heeft geen zin om gestrest, terend op koffie en energiedrank je examens te maken. Plan pauzes en leervrije dagen in. Kies er bijvoorbeeld voor om doordeweeks in de meivakantie te leren, maar in de weekenden vrij te zijn. Voor sommigen helpt het om met zichzelf een beloning af te spreken. Bijvoorbeeld: 'als ik het hoofdstuk over de Franse Revolutie geleerd heb, mag ik een stroopwafel.'

Plannen

Na de laatste toetsweek in maart, komen de eindexamens dichterbij. Het is belangrijk om een goede planning te maken, eentje waar je je ook aan kunt houden.

Papier

Een planning op papier is vaak het handigst, want je kan 'm overal ophangen, zodat je er altijd een snelle blik op kan werpen en niet vergeet wat je die dag wilde doen. Een planner of projectbook is ideaal om te gebruiken bij het maken van een planning. 

Een papieren planning heeft nog een groot voordeel: het leidt je niet af. Als je een planning op je telefoon maakt, is het heel verleidelijk om snel even door Instagram te scrollen, terwijl je eigenlijk wilde leren. Hetzelfde geldt voor je computer, het is heel makkelijk om 'eventjes' YouTube aan te zetten.

Indeling

Een planning indelen kan op heel veel manieren. Het handigste is om per week een schema te maken en de dagen in tijdsblokken te verdelen. Kies bijvoorbeeld tijdsblokken van 2,5 uur en schrijf in elk tijdsblok op welk vak aan de beurt is. Als je bijvoorbeeld van 10:00 uur tot 16:00 uur leert, kan je twee tijdsblokken van 2,5 uur maken met daartussen een pauze van een uur. Focus je per tijdsblok op één vak. Een andere mogelijkheid is dat je per dag opschrijft welke examenopgaven je gaat doen. Hierbij is het nadeel dat inschattingsfouten ervoor kunnen zorgen dat je achter gaat lopen op je planning. Dat is niet fijn, want dat zorgt voor stress. Als je deze strategie gebruikt, schat dan je eigen tempo liever te ruim in dan te krap. Zorg hierbij ook dat je een maximum stelt aan het aantal uren dat je leert. Kies ook voor een bepaalde tijdspanne waarin je leert, bijvoorbeeld van 10:00 uur tot 16:00 uur en zorg dat je dan na 16:00 uur ook echt stopt en 'klaar' bent.

Moeilijke vakken

Plan de vakken die je moeilijk vindt in de ochtend, wanneer je nog fris en fruitig bent. Plan ook meer tijd in voor deze vakken. Als je meerdere moeilijke vakken hebt, wissel ze dan per dag af. Ga niet dagen achter elkaar lopen worstelen met hetzelfde moeilijke vak, maar doe tussendoor een vak dat je goed kan. Als je merkt dat iets wél goed gaat, geeft dat ook weer een boost aan je zelfvertrouwen.

Beginnen

Als je begint aan je planning, maak dan eerst een kladversie op papier. Tel de uren die je per vak kwijt bent op en ga na of het gelijkmatig verdeeld is en of de moeilijkere vakken genoeg uren krijgen. Heb je rekening gehouden met pauzes? Is je planning realistisch? Vervolgens kan je beginnen aan een nette versie.

Oefenen en leren

Op een gegeven moment moet je echt gaan leren voor je examens. Dat kun je op verschillende manieren doen. Je kan de stof opnieuw lezen, samenvattingen maken en oefenen. Dat laatste is cruciaal in je examenvoorbereiding.

Inventariseer wat je al weet

Sommige onderwerpen ken je waarschijnlijk al goed, terwijl andere diep weggezakt zijn in de krochten van je geheugen. Het kan dan helpen om een oriëntatietoets te maken of een Quickscan te doen op Examenbundel.nl. Zo krijg je een goed beeld hoe een examen eruitziet en kun je controleren of je op de goede weg bent. 

Daarnaast is het handig om per vak de syllabus op Examenblad.nl door te nemen. Daarin staat namelijk per domein genoteerd wat je moet weten, waardoor je het als een checklist kan gebruiken. Superhandig!

Aan de slag

Welke leermethode voor jou werkt, heb je in de voorgaande jaren waarschijnlijk al uitgevonden; de één maakt het liefst mindmaps, de ander wil het liefste overhoord worden. Wat je voorkeuren ook zijn, uit onderzoek is gebleken dat het belangrijk is dat je actief leert. Dus niet alleen glazig naar een bladzijde staren (hoe verleidelijk dat ook is), maar daadwerkelijk aan de slag gaan met de stof, bijvoorbeeld door flashcards of oude examens maken. Voor het maken van oude examens kan je Examenbundels gebruiken, waarin alle examenstof overzichtelijk is opgeschreven.

Oude examens

Oefenen met oude examens is ook belangrijk. Vraagstellingen zijn vaak bijna ingewikkelder dan de antwoorden, vooral bij vakken als geschiedenis (megalange vragen) en Nederlands. Weet jij al wat functiewoorden of een argumentatischema zijn? Je hebt er zeker baat bij als je bekend bent met het examenjargon. 

Stel je eigen vragen op

Schrijf tijdens het leren vragen op over de stof. Daardoor moet je actief nadenken over de relevantie van een onderwerp en dit maakt het ook makkelijker om jezelf op een later moment te toetsen. Je kan de antwoorden van de zelfbedachte vragen er direct bij schrijven, maar liever nog noteer je alleen de plek waar je het antwoord op de vraag kan vinden. Zo kan je niet 'valsspelen' en stiekem al spieken wat het antwoord is. Deze methode kan je ook toepassen met flashcards: op de ene kant schrijf je de vraag en op de andere kant het antwoord. 

Maak gebruik van internetdocenten

Je redder in nood als je de stof even niet begrijpt: de internetdocenten. Je kan natuurlijk gewoon op YouTube zoeken, maar ook op het Scholieren.com videoplatform vind je duizenden video's (zónder reclame tussendoor!). Bovendien kan je daar filteren op vak, niveau, docent en zelfs de lengte van de video. Zo kom je nog sneller bij de video die je zoekt.

Hulpmiddelen

Het moment is daar: je pakt je tas in voor je eerste examen. Maar wat mag je allemaal mee naar de examenzaal? En wat kan je beter thuislaten?

Wat mag niet mee?

  • Elektronische hulpmiddelen, zoals een smartwatch of telefoon
  • Liever niet: luide voedselverpakkingen en sterk ruikende producten
  • Afhankelijk van de school: Tipp-ex 
  • Atlas

Wat mag altijd mee?

  • Schrijfmateriaal (pennen, potloden, puntenslijper, gum, markeerstift)
  • Kleurpotlood (blauw of rood)
  • Een normale rekenmachine
  • Passer
  • Liniaal en/of geodriehoek
  • Etui
  • Eten en drinken
  • Nederlands woordenboek. Voor leerlingen die thuis een andere taal spreken is het ook toegestaan om een woordenboek Nederlands-thuistaal en/of thuistaal-Nederlands mee te nemen.
  • Nietmachine

Vakspecifieke hulpmiddelen:

  • Wiskunde: roosterpapier in cm2  (vmbo, havo, vwo), windroos (vmbo), grafische rekenmachine (havo, vwo)
  • Moderne vreemde talen: woordenboek. Bijv. Frans-Nederlands of Nederlands-Frans. Bij Engels is (op verzoek) ook een Engels-Engels woordenboek toegestaan.
  • Klassieke talen: woordenboek Latijn-Nederlands of Grieks-Nederlands en een grammatica-overzicht (in het woordenboek of los) zonder voorbeeldzinnen en toelichting op het gebied van de syntaxis. Een woordenboek dat specifiek is toegesneden op het examenonderwerp, is niet toegestaan.
  • Biologie, natuurkunde, scheikunde: Binas 6e editie of ScienceData
  • Nask: Binas vmbo-kgt, informatieboek voor nask 1 en nask 2 (kb en gl/tl)

Welke grafische rekenmachine mag je meenemen?

Casio:
fx-9860GII(SD)
fx-CG50

Hewlett Packard: HP Prime

Texas Instruments:
TI-84 Plus CE-T (eventueel met python edition)
TI-Nspire CX (alleen de versie zonder CAS)
TI-Nspire CX II-T (zowel versie met als zonder CAS)

De grafische rekenmachine van NumWorks

Alles nog een keer nalezen? Je vindt het officiële document hier.

Handige tips:

  • In de Binas staan drukfoutjes. Het is toegestaan om die fouten in je Binas te verbeteren. Kijk voor een overzicht van drukfouten in dit document. 
    Het is niet toegestaan om andere dingen in je Binas te schrijven of om bijvoorbeeld een boekenlegger of plakkertjes te gebruiken.
  • De examens worden zonder nietjes geleverd. Wil je voorkomen dat je examen uit elkaar valt? Neem dan je eigen nietmachine mee. Een paperclip in het midden van je examen werkt ook.
  • Trek laagjes aan, want je weet nooit wat je qua temperatuur gaat aantreffen in de examenzaal. Het is dus handig als je iets uit kan trekken of wanneer je juist een extra laag aan kan doen.

Zak- en slaagregeling

Hoe weet je of je geslaagd of gezakt bent? Die vraag zou je heel makkelijk moeten kunnen beantwoorden, maar dat blijkt lastiger dan je denkt. Daarom zetten we hier alle belangrijke begrippen, regels en uitzonderingen op een rijtje. Voor het examen van 2023 zijn er geen versoepelingen.

De belangrijkste begrippen

In dit lijstje vind je veelvoorkomende begrippen rondom het eindexamen.

Centraal examen (CE): maken alle examenkandidaten tegelijkertijd rond mei.

Schoolexamens (SE): verschillende toetsen die je hebt gemaakt in het afgelopen jaar (en mogelijk in eerdere jaren).

Eindcijfer: het gemiddelde cijfer van je SE’s en CE’s.

Eindlijst: alle eindcijfers bij elkaar. Bepaalt (grotendeels) of je geslaagd bent.

Kernvakken: Nederlands, Engels en wiskunde op havo en vwo. Nederlands op vmbo. In havo c&m is wiskunde geen kernvak.

Combinatiecijfer: het gemiddelde cijfer van twee 'kleine' vakken waar je geen eindexamen in doet, zoals maatschappijleer, het PWS, CKV, KCV en godsdienst. Dit cijfer telt mee voor de eindlijst.

Cspe: afkorting voor centraal schriftelijk en praktisch examen. Dit examen bestaat uit een deel praktijk en een deel theorie, met schriftelijke en computeropdrachten.

Compensatiepunten: Een compensatiepunt haal je door (afgerond) een zeven te scoren. Een 7 levert je één compensatiepunt op, een afgeronde 8 twee compensatiepunten, et cetera. Om twee 5'en te compenseren, moet je dus één 8, of twee 7's (en verder allemaal 6'en) scoren.

De cijfers op je eindlijst (de eindcijfers) worden berekend als het gemiddelde van het centraal examen en de schoolexamens. Heb je dus een 6 voor je SE en een 5 voor je CE, dan wordt dat gemiddeld een 5,5. Dat wordt dan weer afgerond naar een 6, het definitieve getal op je eindlijst.

De eisen voor havo/vwo

Hoeveel onvoldoendes mogen er maximaal op je eindlijst staan? En hoeveel compensatiepunten heb je dan nodig?

  • Gemiddeld moeten alle resultaten van je centraal examen minimaal een voldoende zijn. Dit wordt de 5,5-regel genoemd.
  • Zijn al je eindcijfers een 6 of hoger, dan ben je sowieso geslaagd.
  • Met één 5 moeten op je eindlijst alle andere cijfers een 6 of hoger zijn.
  • Heb je één 4, dan moeten al je andere eindcijfers een 6 of hoger zijn. Het gemiddelde van al je eindcijfers moet bij elkaar ten minste een 6,0 (in dit geval is een gemiddelde van een 5,8 dus te laag) zijn. Je moet dan ook minimaal twee compensatiepunten hebben.
  • Heb je twee 5'en, dan moet de rest een 6 of hoger zijn, inclusief twee compensatiepunten om te slagen.
  • Je mag voor de 'kernvakken' Nederlands, Engels en wiskunde maar één vijf op je eindlijst staan. Met een onvoldoende voor Nederlands én Engels zak je dus sowieso.
  • Heb je één 5 en één 4, dan moet je minimaal drie compensatiepunten halen, en de rest moet 6 of hoger zijn.
  • Met een 3 op je eindlijst ben je sowieso gezakt. Ook als het om (onderdelen van) het combinatievak gaat (zie voor meer uitleg hieronder).

Combinatievakken

Het combinatievak is het gemiddelde van alle 'kleine vakken' die je als SE's op school hebt gemaakt en waar je geen examen voor maakt. Hiertoe behoren maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen (ANW) en je profielwerkstuk. Ook mag een school nog extra keuzevakken toevoegen aan het combinatiecijfer, zoals godsdienst. Twee combinatievakken tellen samen mee op je eindlijst als één 'groot' vak. 

Extra vak

Een onvoldoende voor een extra vak heeft trouwens geen gevolgen. Dit cijfer wordt dan simpelweg niet meegeteld. Je moet dan wel zonder dit extra vak voldoen aan de eisen om te slagen. Een extra vak kan je wel extra compensatiepunten opleveren.

Exameneisen vmbo

Hoeveel onvoldoendes mogen er maximaal op je eindlijst staan om toch te slagen?

  • Zijn al je cijfers op je eindlijst een 6 of hoger, dan ben je uiteraard sowieso geslaagd.
  • Met één 5 moeten op je eindlijst alle andere cijfers 6 of hoger zijn.
  • Haal je twee 5'en of één 4, dan moet je voor de rest een 6 scoren én tenminste voor één vak 7 of hoger.
  • Als je lager dan een 4 scoort, ben je hoe dan ook gezakt.
  • Voor Nederlands moet je minimaal een 5 staan
  • Het gemiddelde van de resultaten van het centraal examen moeten minimaal een 5,5 zijn
  • Daarnaast moet je bij de kunstvakken en lichamelijke opvoeding 'voldoende' of 'goed' halen. Doe je GL of TL? Dan geldt dit ook voor het sectorwerkstuk dat je hebt gemaakt.
  • En zak je voor bijvoorbeeld een van de vmbo leerwegen? Dan kun je geen diploma krijgen voor een andere leerweg van het vmbo. Daarvoor zijn de verschillen in de lesstof gewoon te groot.

Cum laude

Sta jij er goed voor? Dan kan je misschien wel cum laude slagen. De voorwaarden daarvoor zijn dat het gemiddelde voor de vakken in het gemeenschappelijk deel, het profieldeel en het hoogste cijfer uit het vrije deel van je eindcijfers minimaal een 8,0 moet zijn. Geen enkel cijfer op de eindlijst is lager dan een 7,0. Dit geldt ook voor het combinatiecijfer dat op je eindlijst verschijnt. Voor havo en vmbo mag geen enkel cijfer lager dan een 6,0 zijn. Extra vakken behoren tot het vrije keuzedeel en worden niet in je nadeel meegerekend. Sta je een 6 voor een extra vak, dan is dat dus geen probleem.

Don't worry

Best ingewikkelde shit allemaal. Maar, lieve eindexamenkandidaten, hierbij nog een klein steuntje in de rug: via deze link kun je je cijfers van je schooltoetsen invoeren en checken wat je moet halen om te slagen voor je examens. Dan kun je het ingewikkelde rekenwerk bewaren voor tijdens de examens.

Lees hier meer over de regels voor gymnasium, rekenvoorbeelden en hacks om misschien tóch te slagen

Wanneer ben ik geslaagd?

Annemijn

Alles over de examens in je timeline?