In deze video maak je voor het eerst kennis met de 1e en de 4e naamval. Je leert hoe je met de hij/hem-regel kunt bepalen of een zinsdeel in de 1e of de 4e naamval staat. Daarnaast leer je welke vormen het lidwoord heeft in de 1e en de 4e naamval bij de verschillende geslachten en het meervoud. Na de uitleg volgen enkele voorbeeldzinnen waarbij je de nieuwe stof direct kunt toepassen.
Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.
REACTIES
1 seconde geleden