De Cubacrisis

De inval in de Varkensbaai op Cuba (of het Varkensbaai-incident) is een onderdeel van de Koude Oorlog. Daaruit vloeide vervolgens de Cubacrisis. Hoofdrolspelers: Fidel Castro, John F. Kennedy en Nikita Chroesjtsjov.
Historische Context: De Koude Oorlog - Cubacrisis - Inval Varkensbaai - Varkensbaai-incident

Cubaanse vluchtelingen werden getraind voor een invasie in de Varkensbaai. Deze baai was afgelegen en goed verdedigbaar. Ideaal voor de opstandelingen om een guerillaoorlog te voeren. Het plan was dat deze opstandelingen de Cubaanse bevolking achter zich zou krijgen en Fidel Castro en zijn communistische regering weg konden jagen. Op 17 april 1961 landden ruim 1500 Cubaanse ballingen in de Varkensbaai. Maar daar werden ze opgewacht door de troepen van Castro. Het invasieplan was bij de Cubaanse en Sovjet diensten bekend. De SU besloot om op Cuba raketten te plaatsen.Dit zou ervoor zorgen dat de VS Cuba niet zouden invallen en het kwam Sovjet-leider Chroesjtsjov goed uit, zodat hij een betere onderhandelingspositie zou hebben. In oktober maakte Kennedy tijdens een tv-toespraak bekend dat er een quarantaine rondom Cuba kwam. Een zeeblokkade van VS-schepen die geen Sovjet-schepen tot Cuba zouden toelaten. Deze begon op 24 oktober 1962. Het begin van de Cubacrisis: Op 28 oktober, dus vier dagen na het begin van de blokkade, besloot Chroesjtsjov om zijn schepen om te laten keren. Dit was dus het einde van de Cubacrisis. De Sovjets en Amerikanen maakten afspraken: de SU zouden de raketten terug halen, de VS beloofden Cuba niet binnen te vallen. In het geheim zouden ook de Amerikanen hun raketten uit Italië en Turkije halen. De VS wilden dat dit geheim werd gehouden zodat het leek dat alleen de SU iets in moesten leveren. De SU ging daarmee akkoord. Om in de toekomst zulke situaties te vermijden werd besloten dat er rechtstreeks contact moest komen tussen Washington en Moskou. Deze verbinding kwam er in 1963 en heette de Hotline.