De Russische Revolutie

De Russische Revolutie, Februarirevolutie, Oktoberrevolutie. In januari 1905 was er onder leiding van priester Gapon een demonstratie van arbeiders in Sint Petersburg.

Ze wilden een petitie aan tsaar Nicolaas II geven. De soldaten die het Winterpaleis beschermden raakten in paniek en begonnen op de menigte te schieten. Gevolg was dat er nog meer onrust kwam. Er werd een sovjet of raad opgericht in Sint Petersburg. Een sovjet is een raad of vergadering waar arbeiders, boeren en soldaten in zaten en waar dus gewone mensen iets te zeggen hadden. De sovjets moesten de stakingen organiseren. Nicolaas II stelde daarom een Doema of parlement in.

In Rusland waren twee groepen socialisten, de mensjewieken en bolsjewieken. De mensjewieken waren gematigd, ze wilden algemeen kiesrecht en samenwerken met de liberalen. De bolsjewieken waren radicaler en wilden dat hun partij de revolutie zou leiden en dat er alleen naar hun partij geluisterd zou worden. Echte verbeteringen waren er niet, en in 1917 braken weer demonstraties uit. Dit is het begin van de Februaristaking. De tsaar trad af en er kwam een Voorlopige Regering. Zij zorgden niet voor een eind aan de Eerste Wereldoorlog, dus de onvrede bleef. In oktober datzelfde jaar grepen de bolsjewieken onder leiding van Lenin de macht. Dit staat bekend als de Oktoberrevolutie. Zij maakten van Rusland een communistisch land. Er volgde een vier jaar durende burgeroorlog tussen het Rode Leger van de bolsjewieken en de tegenstanders van de communisten, het Witte Leger. In 1922 is de oorlog voorbij en wordt de USSR opgericht of de Sovjet Unie. Ook telt Lenin de Nieuw Economische Politiek in, zodat boeren en fabrieken toch wat winst kunnen maken en zo de economie wat optrekken.