Deze video geeft uitleg over markt & prijselasticiteit voor het eindexamen economie.
Hier kun je de tekst van de video nog eens doorlezen:
Vandaag gaan we het hebben over de prijselasticiteit. De prijselasticiteit geeft aan hoe de gevraagde hoeveelheid van een product reageert op een verandering in de prijs van datzelfde product. Dit verschilt namelijk per product. Je kunt je namelijk voorstellen dat een prijsverhoging van een pak melk bijvoorbeeld, een minder sterke reactie zal hebben op de gevraagde hoeveelheid van melk, dan een prijsverhoging voor een luxe auto op de gevraagde hoeveelheid diezelfde auto. Dus de prijselasticiteit geeft aan hoe de vraag van een product verandert na een prijsverhoging of prijsverlaging. Bijvoorbeeld, hoeveel meer TV's worden er gekocht in een winkel als er 20% korting wordt gegeven? Als we naar de vraaglijnen van producten kijken, kunnen we zien hoe gevoelig de vraag van een product is voor een prijsverandering. Dit zien we aan hoe de vraaglijn loopt, namelijk aan of hij steil loopt of vlak. Hier zijn we twee vraaglijnen, waar we aan de linker kant een steile vraaglijn voor brood zien, en aan de rechter kant een wat vlakker vraaglijn voor chocoladerepen. We zien dat er in beide situaties een gelijke prijsverhoging is, maar dat de vraag voor brood minder verandert dan de vraag voor chocoladerepen. Dit komt doordat brood meer een noodzakelijk product is dan chocoladerepen, en daarbij minder een luxeproduct is. Dus, hoe steiler de vraaglijn, hoe minder gevoelig de vraag voor een product is voor een verandering in prijs. Om de prijselasticiteit uit te rekenen gebruiken we een specifieke formule waar de Prijselasticiteit gelijk staat aan de procentuele verandering in hoeveelheid, gedeeld door de procentuele verandering in prijs. Om een procentuele verandering uit te rekenen, gebruiken we weer een formule, waarbij we van de nieuwe waarde, de ouder waarde af trekken, en dit getal delen door de oude waarde. Dit getal vermenigvuldigen we met 100 en krijgen daarmee de procentuele verandering. Laten we naar een voorbeeld kijken. De prijs voor een smartphone stijgt van 400 euro naar 450 euro. De procentuele verandering is dan als volgt. We doen 450 min 400, en delen dit dan weer door 400. De uitkomst is 0,125, wat we met 100 vermenigvuldigen om een percentage te krijgen. Dit percentage is dan dus 12,5%. Dit betekent dat er een procentuele verandering is van 12,5 % in de prijs van een smartphone. Maar als we de prijselasticiteit van de smartphone willen berekenen, moeten we ook de procentuele verandering van de hoeveelheid berekenen. Als de prijs van de smartphone dus van 400 naar 450 stijgt, dan zien we dat de hoeveelheid smartphones dat gevraagd wordt daalt van 600 naar 500. Om de procentuele verandering in de hoeveelheid te berekenen doen we 500 min 600 en delen we dit door 600. Dit is ongeveer -0,167, wat we vermenigvuldigen met 100, wat leidt tot een percentage van min 16,67%. De prijselasticiteit is dus min 16,67% gedeeld door 12,5%, wat gelijk staat aan -1,33. Maar wat betekent dit nummer eigenlijk? Op basis van deze prijselasticiteit kunnen we producten in twee verschillen groepen delen: producten die prijs-elastisch zijn en producten die prijs-inelastisch zijn. Een product is prijsinelastisch als de waarde gevonden met de prijselasticiteit formule tussen de min 1 en de 0 zit. Dit betekent dat de vraag naar een product niet zo sterk reageert op een prijsverlaging of prijsverhoging. Denk hierbij aan noodzakelijke producten zoals brood, aardappelen en groeten, maar ook aan producten zoals sigaretten aangezien die verslavend zijn, en dus rokers niet zo snel hun hoeveelheid gevraagde sigaretten zullen veranderen na een prijsverhoging. Een product noemen we elastisch als de prijselasticiteit waarde kleiner is dan -1. Dit was dus in het vorige voorbeeld, waar de prijselasticiteit -1,33 was, het geval. Dit betekent dat smartphones prijselastisch zijn, en daarmee vrij sterk reageren op een verandering in prijs. Dit is natuurlijk vrij logisch, aangezien een smartphone een luxeproduct is. Nou, met de prijselasticiteit kunnen we ook zien wat voor invloed een prijsverhoging of prijsverlaging heeft op omzet. We kunnen dit duidelijk zien aan de manier hoe omzet berekent wordt. Omzet gelijk staat namelijk aan verkoopprijs keer afzet. In het voorbeeld met smartphones zien we dat een verhoging in prijs met 12.5% leidde tot een daling in vraag, dus afzet, met -16,67%. We zien dus daarom ook dat de producent liever niet de verkoopprijs verhoogd, aangezien de daling in afzet groter is dan het effect van de verkoopprijs verhoging, wat dus slechte gevolgen heeft voor de omzet. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de les over prijselasticiteit!
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden