Lesdoel:
-Je weet wat het verschil is tussen heterozygote en homozygote organismen
-Je weet wat het verschil is tussen een dominant allel en een recessief allel en kunt werken met gensymbolen.
-Je kunt uitleggen wanneer een organisme onvolledig dominant is voor een eigenschap en weet wat er wordt bedoeld met een intermediair fenotype.
-Je kunt uitleggen wanneer een organisme codominant is voor een eigenschap.
-Je kunt uitleggen hoe recombinatie van genen plaatsvindt.
-Je weet wat er bedoeld wordt met genetische variatie.
ADVERTENTIE
Zo weet je precies wat je nog moet leren voor je examens! 📚✅
Al aan het stressen voor je eindexamens? Niet met Examenbundel! Maak per vak de gratis quickscan en check hoe je ervoor staat. Zo krijg je direct inzicht in wat je al beheerst en wat je nog moet leren en oefenen.
Naar de quickscan

REACTIES
1 seconde geleden