Lesdoel:
-Je weet wat het verschil is tussen heterozygote en homozygote organismen
-Je weet wat het verschil is tussen een dominant allel en een recessief allel en kunt werken met gensymbolen.
-Je kunt uitleggen wanneer een organisme onvolledig dominant is voor een eigenschap en weet wat er wordt bedoeld met een intermediair fenotype.
-Je kunt uitleggen wanneer een organisme codominant is voor een eigenschap.
-Je kunt uitleggen hoe recombinatie van genen plaatsvindt.
-Je weet wat er bedoeld wordt met genetische variatie.
REACTIES
1 seconde geleden