Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Passé composé (regelmatige werkwoorden ER/IR/RE)

157,7K weergaven · vmbo 4 | havo 5 | vwo 6 · Uitlegvideo

Cijfer 6,3
63 keer beoordeeld
Onze docent Laura den Boer legt jullie in deze video uit hoe je alle regelmatige werkwoorden in de voltooid tegenwoordige tijd oftewel de passé composé kan vervoegen die eindigen op -er, -ir en -re! Heb jij vragen? Stel ze in de comments!

Verduidelijking verwarring in de video: de passé composé is dus de voltooid tegenwoordige tijd en NIET de voltooid verleden tijd. De uitleg is correct: het drukt een moment in het verleden uit die op een bepaald moment gebeurd/voltooid is. Echter, omdat de passé composé gevormd wordt met de werkwoorden 'hebben' of 'zijn' in de tegenwoordige tijd ("ik heb gelopen"), noemen we deze vorm dus de "voltooid tegenwoordige tijd". Op het moment dat je gebruik maakt van een vorm van 'hadden' of 'waren' bij: "ik had gelopen", dan is het wél de voltooid verleden tijd. (Dat is de plus-que parfait).
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.