Onze docent Laura den Boer legt jullie in deze video uit hoe je alle regelmatige werkwoorden in de voltooid tegenwoordige tijd oftewel de passé composé kan vervoegen die eindigen op -er, -ir en -re! Heb jij vragen? Stel ze in de comments!
Verduidelijking verwarring in de video: de passé composé is dus de voltooid tegenwoordige tijd en NIET de voltooid verleden tijd. De uitleg is correct: het drukt een moment in het verleden uit die op een bepaald moment gebeurd/voltooid is. Echter, omdat de passé composé gevormd wordt met de werkwoorden 'hebben' of 'zijn' in de tegenwoordige tijd ("ik heb gelopen"), noemen we deze vorm dus de "voltooid tegenwoordige tijd". Op het moment dat je gebruik maakt van een vorm van 'hadden' of 'waren' bij: "ik had gelopen", dan is het wél de voltooid verleden tijd. (Dat is de plus-que parfait).
ADVERTENTIE
Studeer met een open blik
Een studie die filosofie, psychologie en sociologie combineert, en waarin je ook nog eens goed leert te reflecteren en gesprekken te voeren – klinkt dat als jouw droomstudie? Dan is de bachelor Humanistiek misschien iets voor jou.
Kom kennismaken op de Open Dag van zaterdag 15 maart.
Meld je aan voor de Open Dag
![](https://media.scholieren.net/media/243850/conversions/ZidyirzJiE_UvH_UvH_officieel_RGB-logo.jpg)
REACTIES
1 seconde geleden