Deze video geeft uitleg over welvaart en groei (toegevoegde waarde) voor het eindexamen economie.
In deze video gaan we het hebben over toegevoegde waarden, het nationaal product, en nationaal inkomen. Oké, wat bedoelen we met toegevoegde waarde? Nou als we bijvoorbeeld kijken naar een tomaat en een fles tomatenketchup, welke van de twee heeft meer waarde? Dit zal de fles ketchup zijn. Laten we even kijken naar waarom dat zo is. Om de fles ketchup te maken, spelen er meerdere factoren mee in het proces. We hebben arbeid nodig om de ketchup te maken waardoor er loon wordt betaald aan werknemers. Kapitaal, zoals machines, wordt gekocht, waarschijnlijk met een lening, om de ketchup te maken, waarover rente wordt betaald. Dus het eindproduct heeft uiteindelijk meer waarde dan de tomaat zelf. Dus wat is de definitie van toegevoegde waarde? De toegevoegde waarde is de waarde die wordt toegevoegd tijdens productie door de productie middelen. Laten we stapsgewijs kijken hoe er waarde wordt toegevoegd aan een product, bijvoorbeeld cacao. Nou de eerste stap is dat cacaoplantages cacaobonen verkopen voor 20 cent per kilo. Deze cacao bonen worden ingekocht door een cacaofabrikant, die de bonen verwerkt om ze uiteindelijk te verkopen aan een chocolade fabrikant zoals Nestle voor 80 cent per kilo. Nestle gebruikt de verwerkte cacao om bijvoorbeeld chocoladerepen te maken. Deze repen worden dan verpakt, en verkocht voor 1 euro per reep aan de Albert Heijn bijvoorbeeld. De Albert Heijn verkoopt de repen dan voor 1.50 euro per stuk. Dus de Albert Heijn voegt 50 cent toe aan één chocolade reep. Maar hoe kan het eigenlijk dat de Albert Heijn 50 cent toevoegt aan een chocolade reep? Dit komt doordat de Albert Heijn de repen in zichtbare vakken sorteert, wat de repen makkelijk beschikbaar maakt voor de consumenten en zodat zij er makkelijk bij kunnen, ze hoeven namelijk alleen maar even naar de supermarkt. Dus de Albert Heijn voegt waarde toe aan de repen door ze makkelijk beschikbaar te maken voor consumenten. Laten we kijken naar de toegevoegde waarde van Nestle. Stel je voor dat Nestle grondstoffen, zoals verwerkte cacao, en diensten van derden, inkoopt om hun producten te verkopen. Bij de diensten van derden kan je denken aan transportbedrijven of bijvoorbeeld beveiligingsbedrijven die Nestle inhuurt. Ook, gebruikt Nestle natuurlijk arbeid, machines, stukken grond en ondernemerschap om de producten te maken. Nestle moet natuurlijk wel de mensen die in de fabrieken werken betalen, de huur van de fabriek betalen, de rente op de grond die wordt gebruikt betalen, en werknemers die op het hoofdkantoor werken betalen. Hier wordt de toegevoegde waarde van Nestle gecreëerd. Dit is de toegevoegde waarde van één bedrijf. De toegevoegd waarde van alle bedrijven in een land, bijvoorbeeld alle bedrijven in Nederland, is het Nationaal Product. Maar wat we net hebben geleerd is dat de toegevoegde waarde wordt gebruikt om loon, pacht, rente en winst uit te betalen. En als we deze 4 beloningen, wat ook wel de primaire inkomsten worden genoemd, op tellen voor alle gezinnen in een land, in dit geval Nederland dus, dan kom je uit op het Nationaal Inkomen. Daarnaast is het belangrijk om te onthouden dat het nationaal product gelijk is aan het nationaal in komen.
ADVERTENTIE
Studeer met een open blik
Een studie die filosofie, psychologie en sociologie combineert, en waarin je ook nog eens goed leert te reflecteren en gesprekken te voeren – klinkt dat als jouw droomstudie? Dan is de bachelor Humanistiek misschien iets voor jou.
Kom kennismaken op de Open Dag van 16 november.
Meld je aan voor de Open Dag
REACTIES
1 seconde geleden