De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten. De middeleeuwse kruistochten naar het Midden-Oosten vonden plaats van 1096 tot 1291. (Tijdvak 4, KA 16).
In 1095 riep paus Urbanus II, op een vergadering in Clermont, christenen op om het Heilige Land en Jeruzalem te bevrijden van de moslims. Daarbij besloot de paus zijn oproep met de kreet: Deus lo volt! ?God wil het!? Ook werd er hulp gevraagd van de Byzantijnse of Oost-Romeinse keizer Alexios Komnenos. Zijn rijk werd bedreigd door de Seldsjoekse Turken. Ook de hoofdstad Constantinopel liep gevaar. In 1099 werd Jeruzalem veroverd en er ontstonden veel kruisvaardersstaten in het huidige Syrië en Israël: gebieden die veroverd werden door christelijke vorsten, zoals het graafschap Tripoli, het graafschap Edessa, het vorstendom Antiochie of het koninkrijk Jeruzalem. Deze staten moesten worden beschermd en de acht volgende kruistochten zorgden ervoor dat er nieuwe legers naar het Heilige Land kwamen. De islamitische generaal Saladin werd leider van Egypte en later ook van Syrië en wist veel gebieden te heroveren. Hij nam in 1187 ook Jeruzalem weer in. Dit was het begin van het einde van de kruisvaardersstaten totdat rond 1291 de laatste christelijke steden in het Heilige land vielen. Tot slot moet nog worden vermeld dat kruistochten niet alleen naar het Midden-Oosten werden gevoerd. Ook naar het Iberisch schiereiland, Oost-Europa en de Balkan werden heidense volken bestreden. In Zuid-Frankrijk was er een kruistocht tegen de Albigenzen of de Katharen, die wel christelijk waren maar het niet eens waren met de katholieke kerk.
REACTIES
1 seconde geleden